
Diabetes, ook wel ‘Suikerziekte‘
Diabetes of ook wel suikerziekte is een chronische stofwisselingsziekte. Bij diabetes zit er te veel suiker in het bloed en dit heeft nare gevolgen voor de gezondheid. Het lichaam kan door verschillende redenen de bloedsuiker niet op peil houden. Er zijn 2 soorten diabetes, namelijk type 1 en type 2. Type 1 kan je meestal niet voorkomen en type 2 wordt veroorzaakt door een ongezonde leefstijl. Diabetes type 2 is dus wél te voorkomen, maar toch hebben veel mensen in Nederland en wereldwijd deze ziekte. Aan de hand van dit artikel wil ik jullie wat meer kennis geven over deze ziekte en aandacht besteden aan het feit dat het iedereen kan overkomen.
De bloedsuikerspiegel
Eerst zal ik even kort uitleggen wat de bloedsuikerspiegel is en hoe dit werkt. Als je iets eet, worden de grote moleculen afgebroken in het lichaam tot kleine moleculen. Vervolgens worden de voedingstoffen opgenomen in het bloed. Voor het afbreken van de voeding heb je verschillende enzymen nodig, die komen bijvoorbeeld voor in het speeksel en in andere sappen die het lichaam produceert. Als de moleculen zijn afgebroken tot hele kleine deeltjes, is het de bedoeling dat de deeltjes worden opgenomen in het lichaam en zo komen ze in de bloedbaan terecht.
Bij de bloedsuikerregulatie gaat dit om de opname van suiker, ook wel glucose genoemd. Het glucosegehalte of de bloedsuikerspiegel betekenen allebei hetzelfde en is een maat van de hoeveelheid glucose in het bloed. Als je iets eet met suiker dan gaat deze omhoog. Als je heel lang niks eet, dan daalt de spiegel weer. Toch wordt het gehalte constant gehouden door de opslag van glucose in de lever en spieren. Hoe gaat dit in zijn werk?
Insuline
Als je veel glucose in het bloed hebt na het eten van een maaltijd dan komt insuline in actie om dit op te slaan. Insuline is een hormoon en deze wordt aangemaakt door de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier. Dit hormoon zorgt ervoor dat de glucose gehalte in het bloed lager wordt. Wat gebeurt er? Insuline komt vrij en zorgt ervoor dat glucose opgeslagen wordt in de lever en de spieren. Het opgeslagen glucose heet dan glycogeen.
Glucagon
Wanneer het nodig is dan kan glycogeen weer vrijgemaakt worden tot glucose. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je lichaam weer energie nodig heeft, na heel lang niks te gegeten te hebben of tijdens een intensieve sportsessie. Andersom werkt het dus precies hetzelfde, maar daar heb je een ander hormoon voor nodig. Glucagon is een hormoon die de tegengestelde werking heeft van insuline. Dit hormoon zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel weer omhoog gaat. Als het hormoon glucagon geproduceerd wordt, wordt glycogeen vrijgemaakt en ontstaat er glucose. Ingewikkeld he, al die woorden die op elkaar lijken.
Bloedsuikerregulatie
Al met al, als je een vorm van diabetes hebt, dan werkt de bloedsuikerregulatie niet goed. Hierdoor kan er te veel suiker in het bloed blijven.
Diabetes mellitus type 1
Diabetes type 1 ontstaat vaak op jonge leeftijd en is nauwelijks te voorkomen. In dit geval maakt het lichaam weinig of geen insuline aan. Je snapt dan denk ik wel wat er gebeurt. Insuline zorgt ervoor dat glucose wordt opgeslagen. Als dit niet gebeurt dan blijft het in het bloed en dit kan veelte hoog worden. Een oplossing hiervoor is zelf insuline inspuiten, zodat glucose toch wordt opgeslagen. Hierbij moet je vaak je suiker meten en heel erg opletten met voeding. Het is natuurlijk geen pretje om dit levenslang te doen en daarom is het belangrijk dat deze ziekte voorkomen wordt. Bij diabetes type 2 is voorkomen in veel gevallen wél mogelijk.
Diabetes mellitus type 2
Oorzaken van diabetes type 2 zijn:
- (ernstig) overgewicht
- te weinig bewegen
- roken
- voeding
Ook speelt erfelijkheid een rol. Een gezonde leefstijl kan diabetes type 2 in bijna alle gevallen voorkomen, maar als de erfelijke aanleg te groot is lukt dit soms niet.
Bij diabetes type 2 reageert het lichaam niet of minder op het hormoon insuline. Hierdoor wordt glucose niet opgeslagen en krijg je te hoge waardes in het bloed. In het begin reageert het lichaam op deze hoge waardes door nog meer insuline aan te maken, maar dit wordt na een tijdje steeds minder. Hierdoor blijven de glucose waardes in het bloed heel hoog.
Hoe voorkom je Diabetes type 2?
In veel gevallen wordt diabetes type 2 veroorzaakt door een langdurige ongezonde leefstijl. Hoe kan je het voorkomen?
- Een gezond eetpatroon, 250 gram groente en 2 stuks fruit per dag
- Niet te veel snelle suikers eten (snoep, koek, etc.)
- Veel vezels eten door middel van het kiezen van volkoren producten
- Voldoende beweging
Symptomen
Diabetes brengt een aantal klachten en symptomen met zich mee. Helaas wordt het niet snel herkend omdat iedereen wel eens last kan hebben van dit soort kwaaltjes.
- Veel dorst hebben en last hebben van een droge mond.
- Veel plassen.
- Extreme moeheid.
- Kortademigheid.
- Last hebben van de ogen hebben, bijvoorbeeld oogontsteking, wazig zien of dubbel zien.
- Afvallen.
- Last hebben van (urineweg)infecties.
Als je het idee hebt dat je last hebt van meerdere symptomen, is het verstandig om bloed te laten prikken bij de dokter. De dokter kan voor jou onderzoeken wat jouw waardes zijn en of deze gezond of ongezond zijn. Wanneer je te lang blijft rondlopen met te hoge bloedsuikerwaardes, kan dit heel erg gevaarlijk worden.
Gevaren
De gevaren van diabetes zijn best wel groot, de volgende dingen kunnen optreden als je niet op tijd behandeld wordt.
- Doorbloeding in de voeten wordt minder goed, waardoor problemen kunnen ontstaan in het gevoel en de werking. In het ergste geval kan het af gaan sterven.
- Wondjes genezen niet meer goed.
- Op de huid kunnen schimmelplekken of verkleuring ontstaan.
- Ogen gaan minder goed werken.
- Nieren gaan minder of niet meer goed werken.
- Het afweersysteem werkt niet goed meer, waardoor je heel snel ziek wordt.
- Gewrichtsproblemen ontstaan en hierdoor kan je lichaamsdelen niet meer goed bewegen.
- Zenuwen raken beschadigd, hierdoor kunnen hart, hersen en maagdarmproblemen ontstaan.
Behandeling
De eerste stap in de behandeling van diabetes type 2 is het veranderen van de eet- en leefstijl. Vaak wordt er dan samen met een diëtist een behandelplan voor je opgesteld. Zo leer je wat gezonde voeding is en hoe je je leefstijl kan verbeteren.
- Gezonde voeding
- Genoeg bewegen
- Stress verminderen
Als de glucosewaardes hierna nog steeds te hoog blijven, gaan ze vaak over op medicatie. Bij diabetes type 2 beginnen ze vaak met tabletten. Als de waardes nog steeds te hoog zijn, gaan ze vaak over op het spuiten van insuline. Met diabetes type 1 beginnen ze vaak gelijk met het spuiten van insuline.
Insuline spuiten
Insuline spuiten is geen pretje en daarom kan je het beter niet zo ver laten komen. Het werkt als volgt. Met een insulinepen spuit je met een naaldje insuline onder de huid. Op deze manier komt insuline in het bloed, zodat je lichaam het kan gebruiken om glucose op te slaan.
Er zijn verschillende soorten insuline, namelijk:
- Superkort werkende insuline – werkt 4 tot 5 uur na spuiten
- Kortwerkende insuline – werkt 6 tot 8 uur na spuiten
- Middellang werkende insuline – werkt het beste 4 tot 8 uur naar spuiten en werkt dan nog een paar uur door
- Langwerkende insuline – werkt langer dan 24 uur
Hypo of hyper
Als je insuline spuit moet je meerdere keren per dag checken hoe het met je waardes zit. Een inspanning of suikerrijke maaltijd kan veel invloed hebben. Het is belangrijk dat je een hyper of hypo voorkomt. Bij een hyper heb je te veel suiker in je bloed. Dit kan gebeuren als je te veel suiker op hebt of te weinig insuline spuit. Bij een hypo heb je te weinig suiker in je bloed. Dit kan je krijgen als je intensief heb bewogen of te veel insuline spuit.
Al met al, is diabetes in veel gevallen te voorkomen maar helaas soms ook niet. Het is belangrijk dat de symptomen herkend worden en je zo nodig een goede behandeling krijgt. Nog vragen? Stel ze gerust hieronder.
Literatuurlijst
American Diabetes Association. (2014). Diagnosis and classification of diabetes mellitus. Diabetes care, 37(Supplement 1), S81-S90.
Banting, F. G., Best, C. H., Collip, J. B., Campbell, W. R., & Fletcher, A. A. (1922). Pancreatic extracts in the treatment of diabetes mellitus. Canadian Medical Association Journal, 12(3), 141.
Bastaki, A. (2005). Diabetes mellitus and its treatment. International journal of Diabetes and Metabolism, 13(3), 111.
Bernstein, M., Insel, P., McMahon, K., Ross, D. (2017). Nutrition. Burlington: Jones and Bartlett.
Diabetes Control and Complications Trial Research Group. (1993). The effect of intensive treatment of diabetes on the development and progression of long-term complications in insulin-dependent diabetes mellitus. New England journal of medicine, 329(14), 977-986.
Diabetes Fonds. (z.d.). Over diabetes. Geraadpleegd op 22 juni 2020, van https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes
Diabetesvereniging Nederland. (z.d.). Wat is diabetes? Geraadpleegd op 22 juni 2020, van https://www.dvn.nl/wat-is-diabetes
Gezondheidsraad (2015). Richtlijnen goede voeding 2015.
Haffner, S. M. (1998). Epidemiology of type 2 diabetes: risk factors. Diabetes care, 21(Supplement 3), C3-C6.
Martini, F. & Bartholomew, E. (2017). Anatomie en fysiologie. Amsterdam: Pearson Benelux.
Mellitus, D. (2005). Diagnosis and classification of diabetes mellitus. Diabetes care, 28(S37), S5-S10.
Pfeifer, M. A., Halter, J. B., & Porte Jr, D. (1981). Insulin secretion in diabetes mellitus. The American journal of medicine, 70(3), 579-588.
Reaven, G. M., Bernstein, R., Davis, B., & Olefsky, J. M. (1976). Nonketotic diabetes mellitus: insulin deficiency or insulin resistance?. The American journal of medicine, 60(1), 80-88.
Yosipovitch, G., Hodak, E., Vardi, P., Shraga, I., Karp, M., Sprecher, E., & David, M. (1998). The prevalence of cutaneous manifestations in IDDM patients and their association with diabetes risk factors and microvascular complications. Diabetes care, 21(4), 506-509.